Het verhaal van Shafqat en Shagufta in hun eigen woorden
God bracht ons weer samen, in vrijheid
“Toen mijn moeder werd opgepakt, klampten wij ons aan haar vast. We wilden haar niet laten gaan! Maar de politie nam haar gewoon mee, zomaar. En wij bleven achter.” Aan het woord is Zain (20), de oudste zoon van Shafqat en Shagufta. Shagufta pinkt een traan weg als ze haar zoon hoort omschrijven hoe die zwarte dag in 2013 voor hem is geweest. Hij is twaalf jaar oud als de politie voor zijn ogen zijn moeder arresteert en zijn vader mishandelt.
- Vader Shafqat en moeder Shagufta werden in 2013 gearresteerd en in 2014 ter dood veroordeeld vanwege vermeende blasfemie (godslastering). Shagufta zou smsjes hebben verstuurd met teksten die voor islamitische mensen beledigend zijn. HVC heeft zich diverse jaren intensief ingezet voor hun vrijlating uit de dodencel. Lees hier hoe >
Gearresteerd
We gaan terug naar 2013, de dag dat de politie plotseling rond 18.00 uur met diverse auto’s voorreed en onaangekondigd het huis binnen viel. Onder dwang werd Shagufta meegenomen, zich van geen kwaad bewust. Haar man Shafqat en hun kinderen bleven achter.
Shafqat: “Ik kon geen kant op, ik ben namelijk verlamd. In 2006 passeerde ik ruziënde mensen op straat. Er werd geschoten en een verdwaalde kogel raakte mijn rug. Ze hebben het geprobeerd te herstellen, maar de operatie mislukte. Sindsdien ben ik verlamd vanaf mijn borst tot mijn tenen.”
Het lukt Shafqat toch om die avond naar het politiestation te gaan: “Ik wilde mijn vrouw helpen.” Alle vier de kinderen waren erbij. De oudste zoon van 12, de twee middelste zonen van 10 en 8 jaar en hun jongste; een dochter van 6 jaar oud.
Shafqat: “Ik vroeg waarom ze mijn vrouw gearresteerd hadden. Als antwoord kreeg ik te horen dat er godslasterende teksten zijn gestuurd met beledigingen aan het adres van de profeet Mohammed. Dit werd gedaan met een telefoonnummer dat op haar naam zou staan. Hoe ik ook protesteer dat dit niet waar is, ze luisteren niet en arresteren mij en onze kinderen ook!”
Mijn wereld stortte die dag in.”
- Shagufta
Er ontstaat onrust op het politiebureau; een groep moslimmannen is speciaal gekomen om te zorgen dat deze blasfemiezaak ‘juist’ wordt afgehandeld. De politiebeambte lijkt niet met de mannen samen te willen werken. De beambte wordt vervangen door een ander, die in ruil voor geld de verlamde Shafqat op een stoel neerzet. Die dag wordt Shafqat voor de ogen van zijn twaalfjarige zoon gemarteld.
Shafqat en Shagufta en hun vier kinderen moeten de nacht op het politiebureau doorbrengen. Alleen, van elkaar gescheiden. Shagufta: “Mijn wereld stortte die dag in.”
Gemarteld
De volgende dag verschijnt de persoon die de klacht heeft ingediend op het politiebureau. Shafqat: “Ik kende die man niet, ik heb hem nooit gezien tot die dag op het bureau. Hij wilde zien hoe ik gemarteld werd.” De martelingen die volgen zijn vreselijk. Hij wordt aan zijn voeten opgehangen om hem vervolgens in elkaar te slaan. Daarna wordt hij op de grond gelegd en met de kolf van een pistool geslagen tot een bot bloot komt te liggen. Letterlijk. “Jezus, help me!”, bidt Shafqat steeds opnieuw tijdens de mishandelingen.
- Vele landen kennen wetten die blasfemie tegengaan, maar in Pakistan leiden deze wetten tot grote maatschappelijke misstanden. Valse aangiften komen veel voor, de blasfemiewet wordt dan bijvoorbeeld gebruikt als wraak of om mensen uit de weg te ruimen na een conflict. Vanaf het moment dat iemand wordt beschuldigd van godslastering, is diegene samen met zijn of haar hele familie vogelvrij. Extremistische moslimgroeperingen hitsen daarbij soms menigtes op tot buitenrechtelijke executies van de aangeklaagde persoon. Christenen zijn relatief vaak het slachtoffer en moeten op hun hoede zijn. Lees meer hierover >
Tot op de dag van vandaag zit er een gat in de zij van Shafqat. Een blijvend bewijs van de martelingen die dag. Shafqat: “Ze deden alles om mij maar te laten bekennen dat wij die tekstberichten verstuurd hebben. Ik bid en het lukt me om stand te houden deze lange dag van martelingen. Tot ze mijn vrouw binnenbrengen en voor mij neerzetten. Ze dreigen al haar kleding uit te trekken. Dan zwicht ik. De politie mag schrijven in de bekentenis wat ze willen, ik zal het ondertekenen. Maar blijf van mijn vrouw en kinderen af!” ...