Dreigende genocide in Zuid-Soedan
2 december 2016
Zuid-Soedan stroomt leeg
Opnieuw zijn de burgers in Zuid-Soedan de dupe van een gewapend conflict. De Verenigde Naties hebben gewaarschuwd voor een mogelijke genocide als het geweld nog verder escaleert. Duizenden mensen zien geen andere mogelijkheid dan het land te ontvluchten. Toch grijpt niemand in en lange tijd berichtten de media slechts mondjesmaat over de ramp die zich voltrekt in dit Afrikaanse land. HVC roept op om niet weg te kijken, maar de Zuid-Soedanezen te helpen.
Stammenoorlog in de politiek
Zuid-Soedan is het jongste land ter wereld. Na twee lange burgeroorlogen (1954 t/m 2005) splitste het overwegend christelijke zuiden zich in 2011 af van het islamitische noorden van Soedan. Sinds de onafhankelijkheid hebben Soedan en Zuid-Soedan nog altijd een conflict over het grensgebied en de verdeling van olieopbrengsten uit het gebied.
Ook in nieuwe land Zuid-Soedan ontstonden in 2013 spanningen. Dit kwam doordat president Salva Kiir de vicepresident Riek Machar beschuldigde van het voorbereiden van een staatsgreep. Ze behoren tot twee verschillende etnische groepen; Kiir is van de Dinka-stam, Machar hoort bij de Nuer-stam. Beide politici hebben een eigen leger. In december 2013 escaleerde de situatie en er ontstond een nieuwe burgeroorlog, nadat Kiir zijn vicepresident Machar afzette. Tienduizenden mensen kwamen om het leven en hongersnood trof miljoenen mensen. In 2015 werd er, onder grote druk van de Verenigde Naties (VN), een vredesakkoord gesloten.
De gevluchte Machar arriveerde in april 2016 terug in de hoofdstad. Hij werd -zoals afgesproken in het vredesakkoord- opnieuw vicepresident. Maar doordat hij ook een heel leger meebrengt, blijven er spanningen.
3.500 vluchtelingen per dag
De hoop op vrede en democratie werd in 2016 de grond in geboord. Afgelopen juli raakten beide legers in de hoofdstad Juba opnieuw in gevecht. Het lijkt erop dat Kiir de troepen van Machar dit keer helemaal wil verslaan. Al snel vluchtten de eerste mensen uit Zuid-Soedan. In november 2016 bericht de VN dat er 3.500 mensen per dag het land ontvluchten; 90% hiervan zijn vrouwen en kinderen. De meesten vluchten naar Oeganda, de teller staat op een kwart miljoen nieuwe vluchtelingen sinds het geweld in Juba begon in de zomer van 2016.
De vluchtelingen rapporteren over moordpartijen, martelingen en complete dorpen die in brand worden gestoken. Vrouwen en meisjes worden aangerand en jongens en mannen worden gedwongen gerekruteerd. Omdat de wegen en grensposten worden bewaakt, steken de vluchtelingen de informele grensovergangen over. Vaak moeten zij dagen reizen zonder eten en water. Veel van hen komen terecht in het ‘Bidi Bidi’ vluchtelingenkamp in Oeganda. Dit kamp werd afgelopen augustus geopend en is nu al één van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld. Het biedt onderkomen aan, naar schatting, 200.000 Zuid-Soedanese vluchtelingen.
Hongersnood dreigt voor 1 op de 3 inwoners
Door de gewelddadigheden zijn ook veel boeren weggevlucht en wordt hun land niet bewerkt. De FAO (Food and Agriculture Organization) waarschuwt voor een ernstig voedseltekort. Hongersnood dreigt voor 31% van de populatie, dat zijn meer dan 3,5 miljoen mensen. Op dit moment teren ze nog op de huidige voedselvoorraden, maar met name voor de kwetsbare groepen dreigt een catastrofale ramp. De eerste gevolgen zijn al zichtbaar: sinds de gevechten in Juba is de prijs van het graan met 500% toegenomen.
In veiligheid
Stichting HVC ondersteunt al acht jaar in Zuid-Soedan een kerkelijk centrum en weeshuis. In het weeshuis worden ongeveer vijftig kinderen opgevangen. Afgelopen september is dit kerkelijk centrum geplunderd en zijn de weeskinderen verjaagd. Met een bus zijn zij in veiligheid gebracht en naar Oeganda gevlucht. De in Nederland wonende Zuid-Soedanese predikant Drale vertrok naar Arinyapi in Oeganda om zich te ontfermen over deze gevluchte weeskinderen.